De hedendaagse eenhoorn wordt afgebeeld als een wit paard met een lange spiraalvormige gouden
of witte hoorn die uit zijn voorhoofd komt.
Dit is niet altijd zo geweest. In de middeleeuwen werd de eenhoorn beschouwd als de grootte
van een ezel of geit.
Het was wit, maar had de kop van een hert, het lichaam van een paard, de staart van een leeuw, de baard van een geit en gespleten hoeven.
Het was een symbool van zuiverheid en trouw en werd als ontembaar beschouwd.